vrijdag 28 februari 2014

Kindercrèche

Gisteren moest ik even nadenken over een tweet die ik de wereld instuurde. Ja, ik ben ontevreden over de Belgische politiek, zoals zovelen onder ons. Meestal brabbel je dan iets over GAS-boetes, overbetaalde CEO's of je belastinggeld. Een uurtje later ben je je ontevredenheid alweer vergeten. Tijd om voor mijzelf eens uit te maken waarom ik als burger misnoegd ben over de politiek. Hierbij geen voorkeur voor eender welke politieke partij en geen attitude à la 'ik wil nu al politiek journalistje spelen' (deze blog staat volledig los van mijn studies). Tijd voor eenvoudig boerenverstand.

Laten we beginnen met ons teerbeminde belastinggeld. De overheid heeft geld nodig, dat is duidelijk. In ons land betaal je je als normale burger al blauw aan belastingen. Natuurlijk liggen de belastingen in Scandinavië ook hoog, maar daar hebben ze ongeveer dezelfde levensstandaard als hier. En in Scandinavië zijn er tenminste wegen die in orde zijn, om een banaal voorbeeld te geven. Je zou je bijna beginnen afvragen waar je geld dan naartoe gaat. Ik ben niet tegen hoge belastingen als ik eens de resultaten zou zien. Wel ben ik tegen verspilling.

Vervolgens is er het ronduit kinderachtige gedrag van de mensen die ons land moeten besturen. Door de verkiezingskoorts wordt er dagelijks met stront naar elkaar gegooid en een week later beloven ze zich wat gedeisd te houden. SP.A en N-VA hebben al jarenlang de meest vreemde haat-liefderelatie in de Vlaamse Regering. Reynders (MR) stak gisteren nog van wal tegen CD&V en SP.A, Labille (PS) gaf N-VA dan weer een stevige veeg uit de pan, enzovoort. Na 25 mei zitten ze toch weer rond de tafel en steken ze de loftrompetten in elkaars hol van Pluto.

Wekelijks erger ik me dood aan de zoveelste partijvoorzitter die beweert dat een andere partij bij zijn/haar partijprogramma de mosterd is komen halen. Komaan, wees nu eerlijk. Alsof je zelf alles hebt verzonnen en niet van voorganger(s) of van het buitenland hebt afgekeken. De Belgische politici kijken o zo graag naar het ideale...Scandinavië als voorbeeld van een sociaaldemocratie: "Oh ja, dat model moeten we misschien ook eens proberen. Maar o wee als jij een van mijn gekopieerde ideeën steelt". Misschien heeft u zelf ook niet het warm water uitgevonden.

Dus alstublieft, hou u toch niet bezig met elkaar beurtelings van populisme te beschuldigen of wetten rond dubbele achternamen door te voeren, om dan glimlachend in allerlei spelprogramma's op tv te verschijnen. Wat hebben al deze dingen met elkaar gemeen? 1 ding: de mensen die u vertegenwoordigt hebben er helemaal niets aan. Om het evenwichtig te houden: 99% van de tijd is de oppositie niet eens zoveel beter. We horen vaak kritiek op allerlei zaken, maar helaas komt men zelf te weinig met oplossingen die met degelijke argumenten onderbouwd zijn. Ik kan ook gemakkelijk discussies 'winnen' door te beweren dat iemand ongelijk heeft omdat zijn beweringen fout zijn. Maar daarmee heb ik mijn eigen gelijk nog niet bewezen, laat staan gelijk hebben.

Misschien verander ik nu ook wel in een verzuurde Vla...excuseer, Belg. Eentje die op 25 mei niet langer geïnteresseerd en gemotiveerd het stemhokje binnengaat. Het is vaak al frustrerend voor mensen die de politiek volgen. Stel u dan eens voor hoe het moet zijn voor al die andere mensen die dat niet doen. Dat is het kiespubliek dat u moet overtuigen, niet die kritiekloze bende smurfen die op elk partijcongres applaudisseert voor eender welk gezwammel dat u verkondigt.

En laat die stomme peilingen nu eens voor wat ze zijn. De verkiezingen zelf zijn de enige peilingen die tellen.

vrijdag 7 februari 2014

Recept: madeleines

Vandaag gaan we een beetje Jeroen Meus spelen. Het volgende recept is echt niet moeilijk en binnen de 30 minuten klaar, inclusief het bakken. Ideaal voor bij de koffie, maar voor de collega's van het mannelijke geslacht ook interessant voor hun lief. Ik heb er geen, dus daarom maak ik mijzelf maar blij (lees: dik). Het enige struikelblok is nog het siliconen bakmatje met madeleinevorm. Uiteraard: kopen.

Goed, de benodigdheden:

- 150 gram boter (oh, jawel)

- 3 eieren
- 110 gram suiker

- 10 gram vanillesuiker
- 150 gram bloem
- 2 theelepels bakpoeder
- snuifje zout (ja, dat ook)

- kaneel (naar smaak en goesting)

Optioneel: 2 eetlepels honing of 2 eetlepels ingekookte koffie (voor de liefhebbers). In feite kan je bij dit recept zowat alles toevoegen.

Bereiding:

  1. Smelt de boter in de microgolfoven tot ze vloeibaar is. Meng intussen de eieren met de suiker met een klopper. Verwarm de oven voor 190° C.
  2. Voeg de boter toe aan het mengsel. Doe hetzelfde met de bloem.
  3. Ik voeg het bakpoeder puur op zicht toe, voor jullie is het misschien verstandiger om 2 afgestreken theelepels als eenheid te gebruiken. Strooi wat zout bij het beslag en meng alles goed door elkaar.
  4. 'Afkruiding': een goede eetlepel kaneel en de extra smaakmaker. Ik ben een speciaal gevalleke en doe daar ook nootmuskaat bij. Op zich klinkt dat zeer wansmakelijk, maar de mensen die het geprobeerd hebben zijn nog nooit komen klagen!
  5. Doe het beslag in een spuitzak. De gemakkelijkste manier om die te vullen is deze in een maatbeker te steken en het uiteinde van de zak over de rand te krullen. Zo heb je beide handen vrij en sta je halverwege niet voor choco.
  6. Normaal is het niet nodig, maar ik vet de vormpjes eerst nog in met wat bakboter. Waarschijnlijk omdat ik een angsthaas ben. Vul de vormpjes voor 2/3 met het beslag. Neem het matje vast en laat het een paar keer tegen het tafeloppervlak klotsen. Zo vermijd je luchtbellen en kan het zich egaal verspreiden.
  7. Afbaktijd: 13 à 14 minuten. Ik draai ze nog eens om in hun vorm tijdens het afkoelen.
  8. Geniet ervan.
  9. Ga naar de fitness, dikzak.
Als je vragen of problemen (i.v.m. het recept) hebt, dan mag je me gerust contacteren.
Ik ben niet verantwoordelijk voor eventuele brandwonden of voedselvergiftigingen vanwege mogelijke onkunde. Maar ik geloof wel in jullie, hoor.

zondag 2 februari 2014

Folklore

Het is al meer dan een maand geleden dat ik hier nog eens iets schreef. Vergeef me, eerst beletten de examens en daarna andere bezigheden (zoals ongegeneerd luieren) mij het wekelijks neerpennen van mijn rare hersenkronkels. Maar dus, hier ben ik weer. Thema van deze post? Even zoeken...Oh, ja. Het WK veldrijden!

Ik herinner me nog dat ik de sport ben beginnen volgen in het jaar 1999. Als bengel van 10 jaar zag ik toen de opkomst van het fenomeen Sven Nys. Nu, 15 jaar later, bewijst hij ieder seizoen nog altijd wereldtop te zijn. Maar, wat bedoelen we nu juist met wereldtop? Links en rechts hoor je soms dat we overdrijven. Is een overwinning in het internationale cyclocrossmilieu zo'n sterke prestatie of zijn we gewoon enorm chauvinistisch?

Laten we eerst eens kijken naar de top 3 van de laatste 16 WK's:




11 keer goud, 12 keer zilver en 12 keer brons. Zelfs 5 keer een volledig Belgisch podium. Indrukwekkend. Stel je eens voor dat dit in andere (individuele) sporten zou voorkomen. Het land zou jaar na jaar op zijn kop staan door de prestaties van de Belgen in het judo, tafeltennis, gewichtheffen, zwemmen... Ik laat iedereen zelf zijn/haar conclusies trekken.

Het volgende dat u ziet, is de voorlopige tussenstand in de Superprestige na 5 van de 8 wedstrijden:



Maar liefst 11 Belgen in de top 20. Nog steeds wel 9 niet-Belgen, maar geef nu zelf toe: had er iemand van jullie al eens gehoord van Julien Taramarcaz of Niels Wubben? We hebben ook gewoon totaal geen weet van buitenlanders die geen top 5 of top 10 rijden.

Het wordt nog duidelijker met de voorlopige UCI-ranking:



Dankzij mijn voortreffelijke vaardigheden met het programma Paint kon ik de Belgen met een vrolijk geel kleurtje aanduiden. De groene balkjes stellen de niet-Europeanen voor in de top 25. Verdere uitleg lijkt me overbodig.

Het is niet de bedoeling om het veldrijden als sport af te kraken. Ik beschouw hen als volwaardige renners die 100 keer sneller door de modder of bergop kunnen rijden dan menig amateur. Het enige dat ik duidelijk wil maken is dat de internationale allure die erbij hoort overdreven is. Veldrijden is een sport. Het is een topsport. Maar dan vooral binnen West-Europa. Hier en daar zie je nog wat Tsjechen en een paar verdwaalde Amerikanen en Nieuw-Zeelanders, maar om echt van een internationaal deelnemersveld te spreken? Komaan.

Onze jongens hebben al die jaren enkel concurrentie gekregen van buitenlanders die er in eigen land ook met kop en schouders bovenuit staken: Groenendaal, Boom, Stybar, Van Der Haar en euh. Ja, daarmee is dus ook alles gezegd. De internationale concurrentie is over het algemeen te verwaarlozen. Zijn wij dan zo sterk of is de rest dan gewoon zo zwak?

Het probleem is dat er vanuit het buitenland en de andere continenten zo weinig belangstelling is voor de sport. Er zouden verdorie 100 renners zoals Stybar moeten zijn. Kort over de kersverse wereldkampioen: verdiend. Nys was topfavoriet, maar moest de duimen leggen na een spannende wedstrijd. Gisteren las ik nog artikels die de kansen van Stybar miniem inschatten. Ik vraag me af wat diezelfde journalisten nu allemaal denken. Men heeft de 2-voudige (nu 3) wereldkampioen en beuker van Omega Pharma - Quickstep serieus onderschat. Anderen waren dan weer compleet vergeten dat hij überhaupt uit het veldrijden kwam. Zeg nu zelf, een wegrenner kampioen in het veld?


Tenslotte nog eens de top 20 van vandaag. Belgen in het geel, buitenlanders in het wit. Niet-Europeanen in het groen.



Een echt wereldkampioenschap.