zondag 15 maart 2015

Twitteraar van de week: Ann Wuyts (@DiamondCityLove)





Leeftijd: 29
Woonplaats: Wilrijk
Beroep: Commercial Trade Manager bij Mediterranean Shipping Company
Lievelingseten: alles met veel calorieën, bij voorkeur een Bicky Cheese
Lievelingsplaat: The Dock of the Bay van Otis Redding
Favoriete plekken: Hong Kong, Bali

Facebook: Ann Wuyts
Instagram: DiamondCityLove
Snapchat: DiamondCityLove
 


Waarom ben jij destijds met een Twitteraccount begonnen?  

Zoals het een Antwerps huppeltrientje betaamt ben ik destijds met een Twitteraccount begonnen om modebloggers en celebrities te volgen. Ik had eerlijk gezegd nooit verwacht dat het zou transformeren in zo’n tijdrovende hobby! 

Waarover tweet je zoal? 

Ik heb veel te weinig tijd en zin om de actualiteit op de voet te volgen, dus ik tweet voornamelijk over mijn eigen avonturen en stommiteiten. Ik vind dat vooraleer je met iemand anders mag lachen, je in de eerste plaats met jezelf moet kunnen lachen. Daarnaast probeer ik om ellenlange conversaties op Twitter te vermijden, want Twitter is geen chatbox. 

Beschrijf je job eens. 

Ik ben binnen MSC Belgium commercieel verantwoordelijk voor importverschepingen vanuit het Verre Oosten. Dat wil zeggen dat ik enerzijds een outside sales-functie combineer met het aansturen van een inside sales team. Het is een drukke job met heel wat verantwoordelijkheid, maar ik doe het wel graag. Bovendien krijg ik de kans om regelmatig te reizen; zo ben ik al op geweldige plekken geweest waar ik anders waarschijnlijk nooit zou komen. 

Weten je collega's op het werk van je account? 

Ik heb ervoor geopteerd om geen anoniem account te nemen, dus ik heb niet kunnen vermijden dat collega’s (en zelfs klanten!) mijn account hebben gevonden. Binnen onze firma sta ik zelfs een beetje bekend als social media expert, hoewel dat toch wel wat te veel eer is… Dat collega’s en klanten mijn account kennen, beperkt me wel een beetje in de onzin die ik online gooi, maar dat is misschien niet per se een nadeel! 

Wat vind je leuk en minder leuk aan Twitter? 

Wanneer je wat ouder wordt vernauwt de cirkel van mensen met wie je in contact komt. Dat beperkt zich dan eerder tot mensen die dezelfde achtergrond hebben als jezelf: studiegenoten, collega’s, klanten, je familie, … Via Twitter kom ik ook in contact met mensen die een andere opleiding hebben gehad dan ik of die een andere politieke partij steunen, etc. Dat helpt me om bepaalde zaken eens vanuit een ander standpunt te bekijken en dat kan alleen maar positief zijn.

Ik heb via Twitter ook enkele nieuwe mensen leren kennen: enerzijds vriendschappen die helaas weer ten onder zijn gegaan, maar anderzijds ook mensen die ik intussen tot mijn real life vrienden reken. In die zin verschilt Twitter niet zoveel van het echte leven! 

Je bent verloofd, waarvoor proficiat en 100 eenhoorns die regenbogen schijten. Wanneer is de bruiloft? 

Binnen minder dan een maand (OMG!), namelijk op 11 april 2015. En ja, zoals het een echte social media addict betaamt hebben we een hashtag: #MrMrsWouters! 

Zag je het aankomen? 

Ik had wel gedacht dat het er tijdens die vakantie in Griekenland van zou komen, maar op het moment zelf is de wederhelft er toch nog in geslaagd me compleet te verrassen. 

Als echte Garry Hagger-fan moet ik nu de vraag stellen: was dat het allermooiste moment? 

Je hoort altijd wel dat zo’n moment onbeschrijflijk mooi is, dat zowel heer als dame tranen met tuiten huilen en dat het strijkerskwartet in hun hoofden 'Isn’t she lovely' speelt terwijl ze samen de zonsondergang tegemoet wandelen… Helaas zit ik zo niet in elkaar. Ik ben geen overmatig romantisch type en ik heb mijn eigen 'mooiste moment' dan ook vakkundig de nek omgedraaid door moppen te beginnen tappen en de poepnerveuze wederhelft erop te wijzen dat hij het doosje met de ring ondersteboven vast had. Tja… 

Ik heb eens op internet liggen rondneuzen. Blijkbaar was je vroeger een fervent danseres. 

Als twenty-something was ik inderdaad competitief danser, voornamelijk in teamverband. Ik deed het heel graag, maar vorig jaar heb ik toch moeten besluiten dat 'de jeugd' mij aan het inhalen was. De discipline disco-freestyle, waarin ik actief was, vergt heel wat van je lichaam: je moet in topconditie zijn en je been in je nek kunnen leggen helpt ook om medailles te scoren. Op mijn 28e ging dat net iets minder vlot en ben ik met pensioen gegaan. Mijn dansmoves beperken zich nu tot mijn living en auto… Ik mis het wel, hoor. Wie weet begin ik ooit nog wel opnieuw, maar dan in een stijl die iets meer aanleunt bij mijn leeftijd. Rolstoeldansen, of zo. 

Ik geef je 3 krantenkoppen. Je mag er 1 uitkiezen en à volonté becommentariëren.

- Aantal militairen op straat van 300 naar 210

- Kim Kardashian helemaal naakt voor de lens, 'nu het nog kan'

- "Mijn vriend was dood, dader rouwde om zijn BMW"

Ik heb het artikel gelezen en uiteraard greep het me aan. Ik kan me niet voorstellen hoe het voelt wanneer je moeder in een coma belandt en je tegelijk de liefde van je leven moet afgeven. Enorm tragisch, zoiets. Het doet je wel stilstaan bij de gevaren waaraan we onszelf en anderen blootstellen. In alle eerlijkheid, ik heb me ook al schuldig gemaakt aan 'sportief' rijgedrag of rijden terwijl ik net meer dan één glaasje op had. Er is geen enkel excuus voor, dat weet ik maar al te goed.

Maar langs de andere kant wil ik ook realistisch zijn: zo’n verhaal als dit grijpt ons even bij de keel, maar het effect is in realiteit snel uitgewerkt… We gaan zo op in ons eigen leventje dat we binnenkort weer allemaal vrolijk te snel en te beschonken gaan rijden… Dus zo’n verhalen moeten aandacht blijven krijgen. Gedeeld worden en nog eens gedeeld worden, tot we het allemaal begrepen hebben

Zijn er bepaalde dingen in je leven gebeurd waar je spijt van hebt?
Op zich mag ik heel tevreden zijn met mijn leven: ik ben nog geen dertig en ik heb een mooie job, een geweldige man, een mooi huis en auto, een familie waarin iedereen min of meer gezond is en fijne vrienden. Ik kan dus niet echt zeggen dat ik ergens diep spijt van heb. Als ik toch iets zou moeten kiezen, zou ik willen dat ik niet altijd zo over alles zou nadenken. Als ik mezelf eens wat vaker zou toestaan om mijn yolo-factor te verhogen, zou ik vast wat meer leuke dingen meemaken.

Tot slot: had je 10 miljoen, wat zou jij dan doen? 

Naar het conservatorium gaan voor zang, fluit en piano, Spaans en Italiaans leren, een miljoen kinderen maken en een nanny inhuren, een mooi huis bouwen en Frank De Boosere verplichten om een weermachine in elkaar te flansen die de Belgische kust een tropisch microklimaat bezorgt. In een notendop.


zondag 8 maart 2015

Twitteraar van de week: Andy Kerkhofs (@AndyKerkhofs)




Leeftijd: 31
Woonplaats: Antwerpen
Beroep: maatschappelijk werker
LinkedIn: ‘Andy Kerkhofs’

Lievelingseten: eten in gezelschap – wat dat dan precies is maakt me minder uit
Lievelingsplaat: Kind of blue van Miles Davis

Favoriete plekken: het dak van mijn appartement (maar zeg dat niet aan m’n buren), een bepaald zitje in de Bourla, het Koninklijk Circus, de Marais in Parijs           


Waarom ben jij destijds met een Twitteraccount begonnen? 


Echt zeker weet ik dat niet meer, maar wellicht om eens kennis te maken met die microblogsite waarover men het elders zo vaak had. Aanvankelijk was mij het nut ook niet echt duidelijk, maar dat veranderde tijdens die vreselijke storm die Pukkelpop een paar jaar terug trof.

Waarover tweet je zoal? 

Zonder twijfel veel te vaak over ‘de actualiteit’, zonder dat ik daar noodzakelijkerwijze echt iets zinvols over te zeggen zou hebben. Iets meer typerend is wellicht wat ik zoal deel met de hashtag #FiloTweet: een mengeling van filosofische citaten en eigen overpeinzingen. Zeker bij die laatste kan interactie met anderen heel boeiend zijn, omdat ik doorgaans niet echt onmiddellijk weet of zo’n idee wel steek houdt. Die dingen moeten dus zeker niet als een soort Alzo sprak Andy gelezen worden.

Ik hou mijn oude kinderliefde voor dino’s en paleontologie ook wat in leven met #Paleotweet, maar vermoedelijk sta ik daarmee in regel wat tegen mezelf te zwetsen. Het lot van de Syrische bevolking is iets dat mij, mede door de manier waarop dat via Twitter een zekere nabijheid heeft gekregen, nogal raakt. Af en toe tracht ik mensen aan dat humanitaire drama te herinneren.

Sinds de opkomst van IS zijn Syrië en Irak natuurlijk elke dag hot news.

Ik ben dat conflict in Syrië onder andere via Twitter beginnen volgen lang voor iemand ooit van DAESH of iets als Syriëstrijders had gehoord.  In die zin heb ik niet alleen dat conflict zelf zien evolueren, maar ook de manier waarop daar vanuit het Westen, veelal in reguliere media, naar wordt gekeken. Dat DAESH vandaag zo uitgesproken veel aandacht krijgt, staat voor mij dan ook wat in markant contrast met de veel meer apathische houding die er een aantal jaren terug bestond tegenover gruwelen die minstens net zo weerzinwekkend waren.

Tegelijk begrijp ik het ook al wel wat. Als DAESH iets heel goed doet, dan is het beantwoorden aan een soort eenvoudig beeld dat de buitenwereld – en in dit geval vooral het Westen – gemakkelijk kan begrijpen. Ze belichamen nogal goed het soort absoluut crapuul dat we kennen uit protserige Hollywoodfilms.  Ze hebben een makkelijk herkenbaar symbool – met een eigen typerend ‘font’ van het Arabisch zelfs -, ze verspreiden hun boodschap via filmisch goed ineens gestoken beelden, en met iemand als Jihadi John slagen ze erin hun boodschap rechtstreeks verstaanbaar te maken aan zowat elke westerling.

Het Syrische conflict was lange tijd een nauwelijks te overzien kluwen van strijdende fronten met telkens wisselende onderlinge verbanden & vijandigheden, waarin elke partij zich vroeg of laat wel schuldig maakte of leek te maken aan oorlogsmisdaden … Na verloop van tijd zit je eigenlijk vooral verward en moedeloos naar de informatiestroom te kijken. DAESH is wat dat betreft heerlijk eenvoudig: ze belichamen alles wat je maar kan willen haten. 

Wat vind je leuk en minder leuk aan Twitter?
 
De snelheid waarmee je omtrent ‘urgente’ actuele gebeurtenissen informatie kan volgen, al leer je door scha & schande zo natuurlijk ook dat veel info die de wereld in gaat niet erg klopt; het ‘democratische’ effect van Twitter: wie je ook in de echte wereld bent, op Twitter word je een aanspreekbaar iemand die z’n punt moet maken in 140 tekens of een zo klein mogelijk veelvoud daarvan. Het feit dat het je in staat stelt om op basis van gedeelde inhoudelijke interesses vaak bijzonder boeiende en fijne mensen te ‘ontmoeten’.

Minder leuk vind ik wellicht de relatie tussen twitteren en ‘politiek’ in de relatief ruime zin van het woord. In theorie zou Twitter net een prachtig medium kunnen zijn om met mensen waarmee je rond bepaalde kwesties van mening verschilt tot een interessante gedachtewisseling te komen. In de praktijk merk je echter toch vaak dat je eerder in nogal steriele discussies terecht komt die meer draaien om een zekere partijdigheid – zonder dat iemand expliciet lid van een specifieke partij moet zijn overigens. Voor de goede orde: ook ik maak mij hier zeker schuldig aan. Dit is dus zeker ook een mea culpa. 

Je bent sociaal/maatschappelijk werker. Omschrijf je job eens?
 
Ik werk sinds ruim 10 jaar voor OCMW Antwerpen. Gedurende een goede 5 jaar was ik een zogenaamde ‘intaker’ op de Algemene Sociale Dienst in Borgerhout: iedereen uit die wijk die zich met een vraag tot het OCMW wendde, belandde dus in eerste instantie bij mij. Mijn taak bestond er dan in om binnen een kort tijdbestek – ik zag vaak 6 mensen tussen 9 en 12 – duidelijkheid te verkrijgen over welke vraag men precies had, vervolgens na te gaan of het OCMW iets met die vraag kon of moest doen en, desgevallend, dossiervorming op te starten.

Sinds 3 jaar ben ik werkzaam op onze dienst Schuldbemiddeling. Binnen die functie begeleid ik mensen vanuit heel Antwerpen die met overmatige schuldenlast kampen, een doelgroep die heel wat breder is dan wat klassiek als het typische OCMW-cliënteel wordt aanzien.

Wordt armoede in Antwerpen (vanuit jouw ervaring) onderschat? 

Ik weet niet of ik het zelf zo zou verwoorden. Je leest met enige regelmaat toch over onderzoeken en cijfers die aangeven hoeveel kinderen in Antwerpen in armoede opgroeien, bijvoorbeeld. In die zin denk ik dat er wel sprake is van een breed gedragen bewustzijn omtrent het bestaan van dit fenomeen. Wat misschien wel al wat meer verborgen zit, is hoe dat heel algemene begrip ‘armoede’ zich vertaalt in allerhande concretere problemen. Neem bijvoorbeeld het afsluiten van water, iets wat in Antwerpen toch behoorlijk problematische vormen aanneemt. Daarover lees ik veel minder vaak en net zo’n dingen helpen natuurlijk om aanschouwelijk te maken wat ‘armoede’ nu precies betekent. Voor een gedeelte van de kinderen die in armoede opgroeien, betekent dat dus ook: geen toilet kunnen doorspoelen, je thuis niet kunnen wassen, de afwas niet kunnen doen ... 

Op welke manier haal je het meeste voldoening uit je werk?
 
Als maatschappelijk werker ga je natuurlijk in eerste plaats om met die mensen die het moeilijk hebben om zich op eigen kracht staande te houden in onze samenleving. Er bestaat naar mijn aanvoelen een nogal opvallende tendens binnen de hulpverlening om cliënten en hun problemen al maar meer louter vanuit een technisch-procedureel oogpunt te benaderen.

Zelf vind ik vaak dat de beste, meeste zinvolle gesprekken die ik met cliënten heb net die gesprekken zijn waarin ik vooral kan luisteren naar wat die cliënt zoal te vertellen heeft en ik erin slaag om, vooral via dialoog en gesprek, hen wat inzicht en duidelijkheid bij te brengen over hoe ze zaken kunnen aanpakken. 

Daarnaast studeer je ook nog eens filosofie. Zware kost? 

Goh, ik wou dat ik ‘maar neen’ zou kunnen zeggen, maar dat is natuurlijk niet helemaal juist. Het blijft een academische opleiding en wie een beetje ernstig inzicht wil krijgen over waar het bij filosofen zoal om gaat, mag toch niet vies zijn van een bepaald niveau van complexiteit. Dat neemt niet weg dat filosofie – haar naam zegt het eigenlijk al zelf – een studie is die je vanuit een zekere liefde voor het onderwerp volgt. Het voelt dus gelukkig niet al te vaak aan als een last die je moet torsen.

Waar komt je interesse voor filosofie vandaan? 

Van John Milton werd eens gezegd dat hij ‘Paradise Lost’ heeft geschreven om dezelfde reden waarom de zijderups zijde spint. Ik vermoed dat het iets van die orde moet zijn. Sommige mensen zijn enorm gepassioneerd door een sport, een bepaalde handenarbeid … Voor mij is dat wellicht meer ‘het denken’. Als ik mijn moeder mag geloven, een absoluut geweldige vrouw die zelf maar tot haar 15e naar school is geweest, kon ik als klein jongetje al eindeloos lang over bepaalde dingen vragen blijven stellen. Het zal dus wel op één of andere wijze wat een uitdrukking zijn van wie ‘ik’ ben.

Tegenwoordig wordt er openlijker getwijfeld aan het 'maatschappelijke nut' van sommige opleidingen. Ook filosofie blijft niet buiten schot. 

Uitgerekend de filosofie – historisch toch een beetje de moederschoot van het academische leven en traditioneel het sluitstuk van een degelijke opleiding – valt die krenking uiteraard zwaar. Tegelijk zou je kunnen stellen dat deze discussies quasi evident in het verlengde liggen van de evolutie sinds de moderniteit. Aan het einde van ‘The Human Condition’ stelt Hannah Arendt, volgens mij terecht, bijvoorbeeld dat de filosofie net in de zogenaamde ‘moderne tijd’ echt 2e of 3e viool is gaan spelen.

Ik ben uiteraard bijzonder slecht geplaatst om een objectief antwoord te geven op deze vraag: dat ik de filosofie een bijzonder warm hart toedraag en ze bij gevolg ook graag op het academisch curriculum zou blijven zien spreekt nogal voor zich.  Ik kan enkel getuigen dat ik meen dat filosofie studeren mij op verschillende vlakken een rijker mens en scherper denker heeft gemaakt, iets wat ik medestudenten vrij zonder uitzondering ook vaak hoor zeggen. Ook als het onmiddellijke nut zich moeilijk of niet laat kwantificeren lijkt het me toch dat mensen vormen in kritisch denken binnen een veelvoud van contexten een zinvolle maatschappelijke investering kan wezen. 

Op het internet wemelt het van de citaten van filosofen. Welke is jouw favoriet? 

Eentje die je wellicht niet zo snel op internet zal lezen, de openingszin van het voorwoord op de ‘Kritiek van de zuivere rede' van Immanuel Kant:

“De menselijke rede treft in een bepaald type van haar kennis het bijzondere lot dat ze door vragen wordt geplaagd die ze niet kan afwijzen, omdat ze haar door de aard van de rede zelf worden opgegeven; die ze echter ook niet kan beantwoorden, daar ze het vermogen van de menselijke rede volledig overstijgen.”

Kant stelde dat de filosoof op zoek was naar het antwoord op 3 vragen:

1) Wat kan ik weten?
2) Wat moet ik doen?
3) Wat mag ik hopen?

Volgens de overlevering vatte hij die 3 vragen in z’n colleges samen in een vierde, overkoepelende vraag: wat is de mens? Wel, geen ander filosoof heeft, naar mijn bescheiden mening, de paradoxale aard van de mens zo treffend in beeld weten te brengen als Kant.  En nergens weet hij dat gevatter te verwoorden dan in die beroemde openingszin. 

Hoe weet je zeker dat hij deze uitspraak ooit heeft gedaan? Vaak is het internet niet echt betrouwbaar, wat citaten betreft.

Ik heb het boek in kwestie hier naast me liggen, dus ik ben vrij gerust dat ik hier niet te veel onzin verkoop. Maar het klopt zeer zeker dat veel citaten die je op internet leest nogal dubieus zijn. 


Met welke ingesteldheid ga jij door het leven?
 
Als wannabe filosoofke dreig ik natuurlijk hopeloos langdradig te gaan worden als ik op dit soort vragen moet antwoorden. Als ik me tot 1 element beperk, dan misschien dat ik tracht mezelf wat te vriend te blijven. Vermoedelijk is geen van allen ooit echt die persoon die hij in het diepst van z’n intieme wensdromen zou willen zijn – dat geldt uiteraard ook voor mij. Maar we kunnen wel trachten om onszelf voldoende te vriend te blijven, om iets met dit leventje aan te vangen dat je toch tenminste als een eervolle poging mag beschouwing.


Jezelf te vriend houden lijkt mij als idee trouwens een gepast antwoord op een samenleving die vaak nogal neurotisch lijkt te slingeren tussen extatisch narcisme van de ene, driest geweld tegen de eigen persoon door de andere en wat Reiner Stach in zijn monumentale Kafka-biografie zo mooi 'Selbstverlassenheit’ noemt bij velen.
Of ik daar echt in slaag is natuurlijk weer een andere vraag.
Stel: je weet dat je morgen overlijdt. Wat zou je allerlaatste tweet zijn? 

Ik heb het niet per se zo begrepen op laatste woorden, die vaak te sterk worden gezien als finale oordelen. In dat opzicht zou het wat mij betreft dus best iets banaals mogen zijn, type: “Zit op de pot, papier is op. #Help”

Iets wat er een beetje kan aan helpen herinneren dat ik, eens dood, daarvoor ook maar een ordinaire stuntel was.

zaterdag 7 maart 2015

Generatie 'MaaktHetUit?'

Zoals sommigen onder jullie weten, studeer ik journalistiek aan AP Hogeschool Antwerpen (de fusie van de vroegere Artesis Hogeschool en Plantijn Hogeschool). Ik zit momenteel in het derde en laatste jaar, met als major 'radio'. Deze week hebben ik en 7 medestudenten radio gemaakt bij MNM. Op maandag en dinsdag waren dat 2 uitzendingen van Rock 'n Roll Radio Highschool en op woensdag een uitzending van Generation M. Nu kan ik iedereen mateloos vervelen met een circle jerk van overbodige complimentjes aan onszelf: hoe tof het allemaal was, wat een leuke sfeer er heerste, hoe talentvol mijn collega's wel niet zijn etc.

Maar dat is dus absoluut niet de bedoeling. Wat ik wel wil benadrukken, is dat het een schitterend initiatief is dat ons, studenten journalistiek, enorme kansen geeft. Wij hebben 3 dagen de tijd gekregen om onze vaardigheden te etaleren en eens van het echte werk te proeven. Jammer genoeg was dit enkel voor radiostudenten. Jammer genoeg ook enkel voor studenten journalistiek. Even ter info: Q-Academy en Radio Dada zijn soortgelijke initiatieven, al moet men voor die laatste niet per se journalist of radiomaker in opleiding zijn. Tijdens de uitzending van Generation M realiseerde ik me hoe gelukkig we onszelf konden prijzen. Wij kregen een kans die onze medestudenten uit de richtingen print of tv namelijk niet krijgen.

Mijn punt is echter veel ruimer, namelijk dat jongeren uit andere studierichtingen ook soortgelijke kansen zouden moeten kunnen krijgen. Laat hen ook eens een halve week, een hele week, een hele maand -maakt niet uit- meedraaien, buiten de bestaande stages. Tijdens sollicitatiegesprekken komt altijd hetzelfde gekende probleem naar voren: te weinig ervaring. In godsnaam, geef ons de kans om ervaring op te doen. Geef ons iets om op terug te vallen, iets dat we kunnen laten zien als referentie. Wij vragen geen utopie van 100.000 goedbetaalde jobs op een plateautje. Wij willen gewoon in de eerste plaats werk en de mogelijkheid om aan onze toekomst te bouwen.


De uitzending in kwestie ging over de pro's en contra's van twintiger te zijn, de maatschappijdruk, de onzekerheden en de vraag of wij het slachtoffer zijn van de vorige generaties. Dat laatste naar aanleiding van het opiniestuk van Sam Rijnders. Heel veel stof tot nadenken dus. Ik begrijp de frustratie van Sam Rijnders. Het is een feit dat we een kutwereld hebben geërfd, maar de uitdaging voor onze generatie is juist om deze kutwereld iets minder kut te maken voor de volgende generatie. En als het kan gewoon 'minder kut'. Maar zoals ik tijdens de radio-uitzending al zei: het heeft geen zin om ons te wentelen in zelfmedelijden. Wie altijd achteruit kijkt, kan niet vooruit gaan. Deze generatie jongeren is het echter beu om altijd te worden neergezet als zijnde gemakzuchtig, lui, immoreel en zoveel meer. Geef ons naast alles wat hier al werd opgesomd ook het voordeel van de twijfel.

En geef onze generatie eens een naam die wat hipper klinkt.