zondag 2 februari 2014

Folklore

Het is al meer dan een maand geleden dat ik hier nog eens iets schreef. Vergeef me, eerst beletten de examens en daarna andere bezigheden (zoals ongegeneerd luieren) mij het wekelijks neerpennen van mijn rare hersenkronkels. Maar dus, hier ben ik weer. Thema van deze post? Even zoeken...Oh, ja. Het WK veldrijden!

Ik herinner me nog dat ik de sport ben beginnen volgen in het jaar 1999. Als bengel van 10 jaar zag ik toen de opkomst van het fenomeen Sven Nys. Nu, 15 jaar later, bewijst hij ieder seizoen nog altijd wereldtop te zijn. Maar, wat bedoelen we nu juist met wereldtop? Links en rechts hoor je soms dat we overdrijven. Is een overwinning in het internationale cyclocrossmilieu zo'n sterke prestatie of zijn we gewoon enorm chauvinistisch?

Laten we eerst eens kijken naar de top 3 van de laatste 16 WK's:




11 keer goud, 12 keer zilver en 12 keer brons. Zelfs 5 keer een volledig Belgisch podium. Indrukwekkend. Stel je eens voor dat dit in andere (individuele) sporten zou voorkomen. Het land zou jaar na jaar op zijn kop staan door de prestaties van de Belgen in het judo, tafeltennis, gewichtheffen, zwemmen... Ik laat iedereen zelf zijn/haar conclusies trekken.

Het volgende dat u ziet, is de voorlopige tussenstand in de Superprestige na 5 van de 8 wedstrijden:



Maar liefst 11 Belgen in de top 20. Nog steeds wel 9 niet-Belgen, maar geef nu zelf toe: had er iemand van jullie al eens gehoord van Julien Taramarcaz of Niels Wubben? We hebben ook gewoon totaal geen weet van buitenlanders die geen top 5 of top 10 rijden.

Het wordt nog duidelijker met de voorlopige UCI-ranking:



Dankzij mijn voortreffelijke vaardigheden met het programma Paint kon ik de Belgen met een vrolijk geel kleurtje aanduiden. De groene balkjes stellen de niet-Europeanen voor in de top 25. Verdere uitleg lijkt me overbodig.

Het is niet de bedoeling om het veldrijden als sport af te kraken. Ik beschouw hen als volwaardige renners die 100 keer sneller door de modder of bergop kunnen rijden dan menig amateur. Het enige dat ik duidelijk wil maken is dat de internationale allure die erbij hoort overdreven is. Veldrijden is een sport. Het is een topsport. Maar dan vooral binnen West-Europa. Hier en daar zie je nog wat Tsjechen en een paar verdwaalde Amerikanen en Nieuw-Zeelanders, maar om echt van een internationaal deelnemersveld te spreken? Komaan.

Onze jongens hebben al die jaren enkel concurrentie gekregen van buitenlanders die er in eigen land ook met kop en schouders bovenuit staken: Groenendaal, Boom, Stybar, Van Der Haar en euh. Ja, daarmee is dus ook alles gezegd. De internationale concurrentie is over het algemeen te verwaarlozen. Zijn wij dan zo sterk of is de rest dan gewoon zo zwak?

Het probleem is dat er vanuit het buitenland en de andere continenten zo weinig belangstelling is voor de sport. Er zouden verdorie 100 renners zoals Stybar moeten zijn. Kort over de kersverse wereldkampioen: verdiend. Nys was topfavoriet, maar moest de duimen leggen na een spannende wedstrijd. Gisteren las ik nog artikels die de kansen van Stybar miniem inschatten. Ik vraag me af wat diezelfde journalisten nu allemaal denken. Men heeft de 2-voudige (nu 3) wereldkampioen en beuker van Omega Pharma - Quickstep serieus onderschat. Anderen waren dan weer compleet vergeten dat hij überhaupt uit het veldrijden kwam. Zeg nu zelf, een wegrenner kampioen in het veld?


Tenslotte nog eens de top 20 van vandaag. Belgen in het geel, buitenlanders in het wit. Niet-Europeanen in het groen.



Een echt wereldkampioenschap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten